donderdag 10 maart 2011

Verbeelding ontstaat uit vluchtige ontmoetingen (lopend, pratend, werkend etc). Er worden zulke snelle opeenvolgende ervaringen opgedaan dat die niet goed op een rij gezet kunnen worden en verwerkt. Daarom is verbeelding oppervlakkige kennis. . . . In de verbeelding denken we de dingen niet zoals ze in werkelijkheid zijn maar veel eer zoals we graag willen dat ze zijn. . . We weten alleen maar ons eigen stukje werkelijkheid en voor de rest vullen we al die leemten met onze verbeelding op. . . Om in ons leven overeind te blijven moeten we wel gedurig van de hak op de tak springen, zonder al te veel reflectie. Er komt gewoon teveel op ons af om over alles goed na te kunnen denken, daarom volgen we gemakshalve onze eigen denkpatronen of gedachteroutines. . . (Ieder zijn eigen 'gedachtentrein' Als er een woord wordt gezegd denken we er meteen 4 of 5 bij: automatische associatie.)
(uit Spinoza's intuïtie van Jan Knol)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Volgers